Winterse minestrone
Ik weet niet hoe u dat doet, de donkere dagen de baas blijven, maar ik ben daar niet bepaald een krak in. De winter is voor mij een tunnel waar ik elk jaar zonder kleerscheuren tracht door te geraken. Niet altijd met bevredigend resultaat. En die tunnel is lang, stikdonker en koud. Paracommandostyle people zullen dit obstakel wel een koud kunstje vinden, ik wen er nooit aan.
Zaak is dan om het lange wachten op de terugkeer van het licht te doorstaan met een overdosis geborgenheid. Vandaag las ik ergens: Nu de winter voor de deur staat en de dagen alsmaar killer en donkerder worden, zoeken we elkaar op of kruipen we knus bij elkaar om de kou tegen te gaan. Ook ransuilen zoeken elkaars gezelschap op in deze tijd van het jaar: ze groeperen zich om overdag gezellig samen in een boom een uiltje te knappen. Dat unieke gedrag heet ‘roesten’. Bij deze een warme oproep voor meer roestvaardigheid, meer roestgelegenheid en meer roestgoesting. Ik heb er mij bij neergelegd dat een winterslaap er niet in zit voor het mensdom, ik heb er mij bij neergelegd dat ze die verdomde klok een uur terugdraaien zodat het al tegen theetijd donker wordt (eerlijk: voor mij mogen ze die klok juist een paar uur vooruitdraaien, ik wil gerust de ochtenduren slijten in het donker om dan rond een uur of elf te genieten van de opkomende zon die dan rond 19u mag gaan slapen. En dan is dat nog niet overdreven laat!) maar geef mij dan tenminste roestpermissie. Dan leg ik mij als een mak lam neer bij de gang van moeder natuur en maak het binnenshuis zonnig met dit soepje vol opkikkertjes. Spruitjes zijn schatjes. Wie ze niet lust, heeft geen smaak of kan ze niet klaarmaken. Spruitjes mogen niet te lang in de pan, dat is alles. Dan krijgen ze de kleur van een legeruniform en de smaak van soldatenkost en dat willen we deze aaibare groente niet aandoen. Spruitjes weten trouwens alles van roesten, gezellig op een stengel op een kluitje voelen ze zich opperbest. Wat stoere wortels vol zonne-energie, een flinke portie proteïnen in rodebonenformaat , wat fris wintergroen in de vorm van postelein, veldsla of spinazie om alle winterkwaaltjes een oplawaai te bezorgen en de smaak van de zee met wakamévlokken. Zo'n maaltijdsoep is klaar in een wip want met het vallen van de bladeren gaat een mens al graag eens sneller onderuit bij de dingen en dat mag, onder een deken, bij de kachel om de laatste bundel van Nolens te degusteren (of een ander fijngeletterde mens). En met wat roestgezelschap komt alles echt nog goed.
Troostsoep voor donkere dagen
Voor twee roesters
- 10 spruiten in plakjes
- 3 wortels in schijfjes
- 200g gekookte rode bonen (eventueel uit blik)
- 3 tenen look versnipperd
- handje wintergroen
- vingerknip bonenkruid
- één eetlepel instant wakamévlokken (biowinkel)
- 0,5 el groentebouillon (of 2 el miso voor de liefhebbers)
- 1,5l water
- peper & zout naar goesting
Bereiding
Fruit de look. Voeg wortels en spruiten toe en laat 5 minuutjes aanstoven Blus met het water. Voeg bouillon en bonenkruid toe. Laat koken tot gaar met deksel erop. Smaak af met peper en zout. Serveer met blaadjes groen en wakamévlokken.